Beoordeling rechtsmacht in geschil tussen Nederlandse rechtspersoon als eisende partij en Belgische rechtspersoon als gedaagde partij. Geen forumkeuze. Standpunt van eisende partij dat op grond van artikel 7, aanhef en lid 1 sub a EEX-Vo 2012 de Nederlandse rechter bevoegd is, verworpen. Kantonrechter acht zich onbevoegd op grond van artikel 4 lid 1 van EEX-Vo 2012. Belgische rechter bevoegd.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Bekrachtiging; haviltex, uitleg over contractuele opzegbepaling.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Agentuurovereenkomst, was er sprake van dringende redenen, zodanig dat de aard ervan de overeenkomst doet eindigen en de wederpartij schadeplichtig werd?
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Incident. PostNL heeft rechtmatig belang bij afgifte van de door haar gevraagde bescheiden uit de administratie van de pakketbezorger.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Pakketbezorger PostNL is werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst. Feitelijke uitvoering is, gelet op beschermingsgedachte van het arbeidsrecht, doorslaggevend.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Zaak van een pakketbezorger (subcontractor) tegen PostNL. Gelet op alle omstandigheden van het geval, er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Van overwegend belang is dat de subcontractor al sinds eind jaren 80 als zelfstandig koerier werkt en zich meer wel dan niet laat vervangen tijdens de werkzaamheden. De vorderingen van de subcontractor zijn afgewezen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Zaak aangespannen door pakketbezorger (subcontractor) van PostNL tegen PostNL. Ten aanzien van hem is geoordeeld dat, alle omstandigheden in aanmerking nemend, er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. De subcontractor reed structureel meerdere routes, waarvoor hij in toenemende mate ook anderen heeft ingezet. Daarbij ging het om het aannemen van een zodanig werkaanbod dat dit niet door één persoon te rijden was. Om het werk te kunnen verrichten heeft hij een 2e bus aangeschaft. Deze situatie vertoont meer de kenmerken van zelfstandig ondernemerschap dan van een arbeidsovereenkomst.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Zaak aangespannen door pakketbezorger (subcontractor) van PostNL tegen PostNL. Ten aanzien van hem is geoordeeld dat, alle omstandigheden in aanmerking nemend, er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Hierbij was van doorslaggevend belang dat de wil van de subcontractor in de uitvoeringsfase uitdrukkelijk niet gericht is geweest op het aangaan van een arbeidsovereenkomst. De vorderingen van de subcontractor zijn afgewezen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Zaak aangespannen door pakketbezorger van PostNL tegen PostNL. Ten aanzien van hem is geoordeeld dat hij geen arbeidsovereenkomst heeft met PostNL. Daartoe is het volgende van belang. De subcontractor was ook voor aanvang van zijn werkzaamheden voor PostNL al een aantal jaren als zelfstandige ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Hij verricht gedurende slechts één dag per week werkzaamheden voor PostNL en op andere dagen werkt hij voor andere opdrachtgevers. Derhalve kan ook niet worden gezegd dat hij economisch afhankelijk is van PostNL. Alle omstandigheden in aanmerking genomen en afwegend, komt bij de subcontractor een beeld naar voren van een subcontractor die bewust heeft gekozen voor het zelfstandig ondernemerschap, die geacht mag worden de consequenties daarvan te kunnen overzien en zich daar ook naar heeft gedragen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Zaak aangespannen door pakketbezorger van PostNL tegen PostNL. Ten aanzien van hem is geoordeeld dat hij geen arbeidsovereenkomst heeft met PostNL. Daartoe is het volgende van belang. De subcontractor heeft een proefperiode gehad van zes weken. Hij heeft dus tijd gehad om het contract met PostNL goed te overwegen voordat hij de vervoersovereenkomst tekende en zelf een bus aanschafte. Voorts acht de kantonrechter van groot belang dat de subcontractor een arbeidsovereenkomst aangeboden heeft gekregen. Hij is hier echter niet mee akkoord gegaan omdat hij het salaris te laag vond – hij meende voor een salaris van € 1.750,00 bruto per maand in aanmerking te komen (één schaal of trede hoger) – en de omvang van de vergoeding die PostNL voor zijn bus wilde betalen voor hem onduidelijk was. Alle omstandigheden in aanmerking genomen en afwegend, komt bij de subcontractor een beeld naar voren van een subcontractor die bewust en op eigen initiatief heeft gekozen voor het zelfstandig ondernemerschap, die geacht mag worden de consequenties daarvan te kunnen overzien, zich daar ook naar heeft gedragen en op het moment suprême – 21 september 2015 – heeft geopteerd voor afwijzing van de werknemersstatus en daarmee voor voortzetting van zijn ZZP-erschap.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.