Jurisprudentie

Mondelinge arbeidsovereenkomst. Bestaan arbeidsovereenkomst tussen verzoeker en verweerder voldoende vast komen te staan. Sprake van nietig ontslag. Ontbinding van arbeidsovereenkomst met toekenning van een vergoeding wegens wijziging van omstandigheden die volledig te wijten is aan verweerder.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

Agentuurovereenkomst. Provisie verschuldigd na opzegging? Haviltex. 

Deze zaak betreft de vraag of er nog provisie is verschuldigd door gedaagde aan eiser nadat de agentuurovereenkomst door eiser is opgezegd. De kantonrechter komt tot de conclusie dat dit niet het geval is. Zowel de uitleg door partijen en de gevolgen daarvan als de gedragingen van partijen na het sluiten van de overeenkomst zijn van belang. Op grond van die twee factoren samen wordt vastgesteld dat partijen zijn overeengekomen, althans dat de overeenkomst zo moet worden uitgelegd, dat provisie is verschuldigd totdat de overeenkomst tussen partijen eindigt, in dit geval door opzegging.  

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen. 

Executiegeschil, geen kennelijke misslagen in vonnis.

Eiseres beroept zich op kennelijke misslagen in het bodemvonnis ten aanzien van de opeisbaarheid van de koopprijs en de agentuurovereenkomst. De rechtbank oordeelt dat in beide gevallen geen sprake is van een kennelijke misslag. Verder stelt eiseres dat het vonnis moet worden geschorst omdat de tenuitvoerlegging ervan een onaanvaardbaar restitutierisico met zich zou brengen. Gedaagden stellen zich terecht op het standpunt dat eiseres het argument van restitutierisico in de bodemprocedure aan de orde had kunnen en moeten stellen. Alle vorderingen worden afgewezen.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen. 

Partijen hebben een agentuurovereenkomst gesloten. Op enig moment lanceert de principaal een nieuwe webshop. De Agent stelt zij dat door (de opstartproblemen rondom) de nieuwe webshop schade heeft geleden. Volgens de rechtbank is het vereiste causaal verband onvoldoende komen vast te staan. Schadevordering afgewezen.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

Partijen hebben een agentuurovereenkomst voor bepaalde tijd gesloten, welke eenzijdig via e-mail is opgezegd. Gesteld wordt dat de opzegging onrechtmatig was. Volgens de wet  kan dergelijke overeenkomst alleen onder bepaalde dringende redenen of omstandigheden buitengerechtelijk worden ontbonden. De opzegging gaf geen dringende reden aan. Desondanks eindigde de overeenkomst op de datum van de opzegging. Voor de agentuurovereenkomst geldt dat vroegtijdige opzegging door een partij de overeenkomst doet eindigen, ongeacht of die opzegging nietig, vernietigbaar of onregelmatig is.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

In deze zaak gaat het vooral over de vraag of de tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst een agentuurovereenkomst is en of eiser aan die overeenkomst nog rechten kan ontlenen. Of sprake is van een agentuurovereenkomst hangt niet af van hoe partijen dit beoordelen, maar uitsluitend van de vraag of is voldaan aan de voorwaarden die de wet stelt. Een redelijke uitleg van de tussen partijen gesloten overeenkomst met zich brengt dat partijen zich slechts hebben verbonden ten aanzien van het betreffende project. De in dat kader overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen niet aan de kenmerken van een agentuurovereenkomst  Ook zijn er geen aanwijzingen dat die overeenkomst na verloop van tijd wel als een agentuurovereenkomst moet worden uitgelegd.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

De verkoper van een onderneming blijft na de verkoop als agent voor de koper/principaal werken. Na verloop van tijd beticht Principaal de agent ervan geheimhoudings- en non-concurrentiebedingen te hebben geschonden. De rechtbank oordeelt dat eiseres onvoldoende hard heeft kunnen maken dat gedaagde zijn verplichtingen als verkoper en als agent niet is nagekomen en wijst de vorderingen van eiseres af.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

Geschil over de geldigheid van een non-concurrentiebeding. Het Hof oordeelt dat het beding te ruim is opgesteld en perkt de werking van het non-concurrentiebeding in. Het Hof bekrachtigd het vonnis van de rechtbank in eerste aanleg.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

Partijen hebben een gemengde overeenkomst gesloten die bestaat uit een deel huur en een deel agentuur. Er ontstaat discussie over het vaststellen van de huursom waarvoor uiteindelijk een deskundige wordt benoemd. Het Hof oordeelt dat er geen sprake is van de uitzonderingen van artikel 6:215 BW en dat de bepalingen van artikel 7:303 gelden.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

Bevoegdheidsincident. De vordering van eisende partij is voor een groot deel gegrond op een agentuurovereenkomst, zodat dit - voorlopig oordelend - het onderwerp van het geschil is als bedoeld in artikel 71 lid 3 Rv. Incident afgewezen.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.