Jurisprudentie

Filter
24-03-2020
Rechtbank Amsterdam, ECLI:NL:RBAMS:2020:1937

Kort geding. Vraag of de overeenkomst tussen cateringplatform en cateraar viel aan te merken als agentuurovereenkomst, waardoor wettelijke opzegtermijn van vier maanden zou gelden (art. 6:437 lid 1 BW). Bij de beoordeling of een overeenkomst wordt aangemerkt als agentuurovereenkomst is de letterlijke tekst niet doorslaggevend. Het cateringplatform contracteerde op eigen naam met klanten. Dit is niet met agentuur verenigbaar. Geen sprake van een agentuurovereenkomst volgens rechter. Uitleg van relatiebeding in algemene voorwaarden.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

13-02-2020
Rechtbank Oost-Brabant, ECLI:NL:RBOBR:2020:620

Agentuurovereenkomst beƫindigd door principaal nadat handelsagent in coma is geraakt en is overleden. Uitleg klantenvergoeding naar Duits recht, art. 89b HGB (gebaseerd op Agentuurrichtlijn, in Nederland vastgelegd in 7:442 BW). Volgens Duits recht mag opzegging wegens dringende reden niet langer dan twee maanden worden gewacht na bekendheid met feit, in deze zaak was ruim vier maanden gewacht. Inhoudelijk van een dringende reden tevens geen sprake. Geen aanleiding om ziektegeldvergoeding in mindering te brengen op de klantenvergoeding.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

07-01-2020
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, ECLI:NL:GHSHE:2020:5

Het gerechtshof bevestigt vonnis gewezen door kantonrechter. Tussen partijen bestaat onder meer een discussie of er wel of geen sprake was van een agentuurovereenkomst. Het gerechtshof acht deze vraag, wegens de afwijzing van de vorderingen in conventie en reconventie, niet relevant.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

03-12-2019
Gerechtshof Amsterdam, ECLI:NL:GHAMS:2019:4304

Hoger beroep. Vordering tot verklaring van recht van nietige of onrechtmatige opzegging van agentuurovereenkomst door principaal wegens schending mededingingsregels. Unierechtelijke mededingingsregels uitsluitend van toepassing als sprake is van oneigenlijke agentuurovereenkomst. Is de agentuurovereenkomst in dit geval een eigenlijke of een oneigenlijke agentuurovereenkomst? Partijen krijgen mogelijkheid tot aanleveren van meer bewijs.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

26-11-2019
Gerechtshof Amsterdam, ECLI:NL:GHAMS:2019:4205

Hoger beroep. Vraag of handelsagent recht heeft op provisie over overeenkomsten die principaal rechtstreeks met klanten heeft gesloten op grond van art. 7:431 lid 1 BW. Een beperking op het afgesproken exclusiviteitsrecht van de handelsagent moet uitdrukkelijk worden overeengekomen (art. 7:431 lid 1 sub c BW). Het uitleggen van de Agentuurovereenkomst aan de hand van de Haviltex-norm is hiervoor niet voldoende. Principaal is handelsagent provisie verschuldigd.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

05-11-2019
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, ECLI:NL:GHARL:2019:9516

Hoger beroep. Het gerechtshof kwalificeert (net als in eerste aanleg) de overeenkomst tussen partijen als agentuurovereenkomst (art. 7:428 BW). Het gerechtshof beantwoordt de vraag of appellant aanspraak kan maken op een klantenvergoeding als bedoeld in art. 7:442 BW. Appellant (handelsagent) heeft onvoldoende voldaan aan de stelplicht van art. 7:442 BW, waardoor onvoldoende is onderbouwd dat de agent recht heeft op de gevorderde klantvergoeding.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

18-09-2019
Rechtbank Oost-Brabant, ECLI:NL:RBOBR:2019:5320

Kort geding. Onderwerp Onrechtmatige concurrentie na verkoop onderneming. Handelen in strijd met beding in managementovereenkomst. Voorschot op verbeurde boetes.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

21-08-2019
Rechtbank Amsterdam, ECLI:NL:RBAMS:2019:6154

Beƫindiging samenwerkingsovereenkomst voor onbepaalde tijd met onmiddellijke ingang, zonder inachtneming van de overeengekomen opzegtermijn. Maatstaf. In dit geval toegestaan. Redelijkheid en billijkheid. Afrekening dient nog plaats te vinden tot het moment van opzegging. Geen sprake van onrechtmatige of misleidende uitlatingen. Hangt samen met vonnissen in gevoegde zaak, zie: ECLI:NL:RBAMS:2018:8331 (tussenvonnis) en ECLI:NL:RBAMS:2019:6153 voor het eindvonnis in de zaak 17-1124 (eindvonnis).

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

13-08-2019
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, ECLI:NL:GHSHE:2019:3017

Agentuurovereenkomst inzake seizoensgebonden verlichtingsproducten. Onder meer geschillen over de uitvoering van die overeenkomst en het wegkapen van een klant van de principaal door de agent die zelf ook betrokken bleef bij ondernemingen op hetzelfde terrein.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

23-07-2019
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, ECLI:NL:GHARL:2019:6058

Agentuurovereenkomst. Bevrijdend verweer. Bewijsopdracht.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.