Al sinds 1936 kent Nederland specifieke wetgeving op het gebied van agentuur. De huidige regelingen inzake de agentuurovereenkomst zijn neergelegd in artikel 7:428 tot en met artikel 7:445 BW (de Agentuurregeling). In de Agentuurregeling zijn een aantal rechten en verplichtingen van de handelsagent en principaal opgenomen. Daarbij ligt de nadruk op bescherming van de handelsagent in zijn relatie met de principaal. Daarom zijn veel artikelen uit de Agentuurregeling van dwingend recht. Dit betekent dat partijen geen afspraken kunnen maken die in strijd zijn met de Agentuurregeling. Verder zijn een aantal artikelen opgenomen in de Agentuurregeling waarvan niet ten nadele, maar wel ten voordele van de handelsagent kan worden afgeweken. Deze artikelen zijn van semi-dwingend recht.
In het hoofdstuk ‘De agentuur’ wordt nader ingegaan op de inhoud van de Agentuurregeling aan de hand van een bespreking van de onderwerpen die aan bod kunnen komen in een agentuurovereenkomst.
Meer achtergrond en uitleg bij de Agentuurregeling is onder andere te vinden in de Memorie van Toelichting op de Agentuurregeling.
Doordat de agentuurovereenkomst eveneens als een overeenkomst van opdracht wordt aangemerkt, zijn de artikelen 7:400 tot en met 7:413 BW ook op de agentuurovereenkomst van toepassing.
Op Europees niveau is er de Agentuurrichtlijn. Een richtlijn legt een bepaald doel vast, dat alle Europese landen moeten bereiken. Die landen mogen zelf de wetgeving vastleggen om dat doel te bereiken. Dit doel vastleggen in lokale wetgeving heet implementatie. De Agentuurrichtlijn is in Nederland geïmplementeerd in de Agentuurregeling.
De Agentuurrichtlijn betreft zogenaamde minimum harmonisatie. Dat wil zeggen dat de Agentuurrichtlijn in een minimaal beschermingsniveau voorziet, maar dat nationale wetgeving een hoger niveau aan bescherming mag bieden. Overal in de Europese Unie moet de agent daardoor tenminste dezelfde minimale bescherming genieten.
De Nederlandse Agentuurregeling moet altijd worden uitgelegd met de Europese Agentuurrichtlijn en de daarin neergelegde minimum harmonisatie in het achterhoofd (richtlijnconforme uitleg).
Tussen de Europese landen zitten verschillen in de implementatie en uitleg van de Agentuurrichtlijn. Veel Europese landen gaan verder in de bescherming van hun handelsagenten dan ‘Europa’ als minimumeis stelt. Meer over deze verschillen, lees je in het hoofdstuk ‘Internationaal’.