Deze website gaat over het begrip (handels)agentuur. Maar wat is dat eigenlijk? Dat komt aan bod in dit hoofdstuk.
In artikel 7:428 BW is de agentuurovereenkomst gedefinieerd als:
“De agentuurovereenkomst is een overeenkomst waarbij de ene partij, de principaal, aan de andere partij, de handelsagent, opdraagt, en deze zich verbindt, voor een bepaalde of een onbepaalde tijd en tegen beloning bij de totstandkoming van overeenkomsten bemiddeling te verlenen, en deze eventueel op naam en voor rekening van de principaal te sluiten zonder aan deze ondergeschikt te zijn.”
Het gaat dus kort gezegd om een overeenkomst op grond waarvan de agent tegen een beloning bemiddelt voor de principaal/leverancier bij de totstandkoming van overeenkomsten tussen de principaal en derden. Bij deze ‘derde’ denken we meestal aan een klant/afnemer aan de verkoopkant, maar ook aan de inkoopkant kan een principaal met agenten werken. Bijvoorbeeld bij het selecteren en contracteren van de fabrikanten die de producten van de principaal produceren.
Hieronder worden verschillende onderdelen van de definitie van een agentuurovereenkomst besproken.
Bemiddeling
De agent bezorgt de principaal orders of hij sluit overeenkomsten op naam en voor rekening van de principaal. De agent wordt zelf geen partij bij de overeenkomst die hij bemiddelt.
Neem je het voorbeeld van bemiddeling bij koopovereenkomsten, dan komt er een koopovereenkomst tot stand tussen de principaal en de (door de agent aangedragen) koper. De agent is geen partij bij die koopovereenkomst. De agent is alleen partij bij de agentuurovereenkomst met de principaal. De contacten van de agent met de koper zijn enkel en alleen ter uitvoering van zijn opdracht tot bemiddeling voor de principaal. De agent krijgt dan ook uit hoofde van de door hem bemiddelde overeenkomst geen financiële aanspraak op de klant. Hij krijgt slechts een aanspraak op de principaal tot betaling van de vergoeding voor zijn werkzaamheden (doorgaans aangeduid als provisie of commissie).
In deze juridische verhoudingen tussen leverancier, agent en klant schuilt het kenmerkende verschil tussen de agentuurovereenkomst enerzijds en een distributieovereenkomst anderzijds. Bij distributie koopt de distributeur de producten voor eigen rekening en risico in bij de leverancier. Er komt dan dus een koopovereenkomst tot stand tussen de leverancier (als verkoper) en de distributeur (als koper). Vervolgens komt er een separate koopovereenkomst tot stand tussen de distributeur (als verkoper) en zijn klant (als koper). De leverancier wordt dan geen partij bij de overeenkomst tussen de distributeur en diens klant.
Bemiddelde overeenkomst
In praktijk bemiddelt een agent vaak bij verkoopovereenkomsten. De bemiddeling kan ook betrekking hebben op andere overeenkomsten, zoals inkoopovereenkomsten, dienstverleningsovereenkomsten, huurovereenkomsten en arbeidsovereenkomsten.
Bij verkoopovereenkomsten ziet het er doorgaans zo uit dat de agent de potentiële kopers aandraagt bij de principaal, die fabrikant en/of leverancier is van producten. De koopovereenkomst komt dan tot stand tussen de principaal en de koper.
Bepaalde of onbepaalde tijd
Met de woorden ‘voor een bepaalde of onbepaalde tijd’ heeft de wetgever bedoeld aan te geven dat de principaal en de agent een duurrelatie met elkaar aan hebben willen gaan. Er is daarmee dus geen sprake van een agentuurovereenkomst bij een eenmalige opdracht tot bemiddeling. Bij een eenmalige opdracht tot bemiddeling is louter sprake van een bemiddelingsovereenkomst. De bemiddelingsovereenkomst is geregeld in artikel 7:425-7:427 BW.
Beloning
In de wettelijke definitie staat opgenomen dat de agent zijn bemiddelingswerkzaamheden verricht tegen beloning. Die beloning is doorgaans een commissie in de vorm van een percentage van de koopsom/opdrachtsom van de door zijn bemiddeling tot stand gekomen overeenkomsten.
Uit jurisprudentie komt een wisselend beeld naar voren ten aanzien van de vraag of het ook is toegestaan om te werken met zowel een vaste beloning als een variabele beloning [1]. Als sprake is van alleen een vaste beloning, dan is er mogelijk geen sprake van agentuur, maar louter van een overeenkomst van opdracht (of een arbeidsovereenkomst).
Als partijen geen afspraken hebben gemaakt over de hoogte van de beloning van de agent staat dat niet aan de kwalificatie van hun rechtsbetrekking als agentuur in de weg. In dat geval wordt een gebruikelijk loon geacht te zijn overeengekomen. Als partijen zijn overeengekomen dat de agent geen beloning krijgt, is er geen sprake van een agentuur.
Niet ondergeschikt
De agent handelt in opdracht van de principaal. Daarmee heeft de principaal bepaalde instructiebevoegdheden. De agent moet zich bijvoorbeeld aan voorschriften houden omtrent communicatie en marketing. De agent moet echter wel de dienst verrichten in zelfstandigheid. Het is een kwestie van uitleg van de relevante omstandigheden van het geval of sprake is van voldoende zelfstandigheid dan wel ondergeschiktheid van de agent. Indien de agent wel ondergeschikt is, is geen sprake van een agentuurovereenkomst, maar van een arbeidsovereenkomst.
Hoe partijen de overeenkomst zelf noemen, maakt niet. Op iedere vorm van samenwerking die op basis van de hiervoor besproken definitie als een agentuurovereenkomst kan worden gekwalificeerd, is de Agentuurregeling van toepassing. De Agentuurregeling is neergelegd in Afdeling 4, Titel 7 Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.
De agentuurovereenkomst is een species (een bijzondere vorm) van een overeenkomst van opdracht. Op de agentuurovereenkomst zijn daarom tevens de algemene regels van de overeenkomst van opdracht van toepassing (artikel 7:400 – 7:413 BW).
[1] http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHAMS:2015:3847; http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2017:5386; http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2018:1083.